Israel Olman
1883 - 1968
Pauline Micheels schreef de biografie 'Israel J. Olman (1883-1968) - Componist en koordirigent', met een bespreking van zijn muziek door Leo Samama. Het rijk geïllustreerde boekje is uitgegeven door Bekking & Blitz.
Israel Olman wordt op 17 augustus in 1883 geboren in Amsterdam. Beide ouders zijn muzikaal, zodat hij al op zesjarige leeftijd vioolles krijgt en zo zijn muzikale talenten kan ontwikkelen. In 1895 volgt hij lessen viool, piano en compositie aan de muziekschool van Toonkunst en rond die tijd begint hij met componeren. Hij krijgt daarin onder meer les van Fred Roeske en Bernard Zweers en ontwikkelt een voorkeur voor het componeren van vocale muziek. Zijn eerste werk in druk – Zomermorgen – verschijnt in 1904. In 1906 trouwt hij met jeugdvriendin Marianne Bonn; zij krijgen twee kinderen. Marianne overlijdt in 1937.
Rond de eeuwwisseling begint ook Olmans loopbaan als koordirigent; zo leidt hij een aantal jaren het vermaarde koor 'Santo Servicio' van de Portugees Israëlitische Gemeente. Zijn geld verdient hij met het geven van piano- en compositielessen. Hij componeert veel synagogale muziek en vanaf de jaren twintig ook veel werken voor socialistische koren. Van huis uit – zijn vader was diamantbewerker – ligt zijn hart immers bij de arbeidersbeweging. Composities met titels als De strijders, Het Daagt! en Verrijzenis getuigen hiervan.
In 1924 wordt Olmans 25-jarig jubileum als toonkunstenaar in het Concertgebouw groots gevierd; zo’n 700 zangers voeren zijn nieuwste werk Sulima uit. In 1927 schrijft Olman het oratorium Arbeids-Verrijzenis voor de Bond van Arbeiders Zangverenigingen (BAZ). In 1932 volgt de Symphonie voor den Arbeid, die een aantal malen live en op de radio te beluisteren is. In 1938 verbiedt de Nederlandse regering verdere uitvoeringen: de tekst is te revolutionair.
Dan breken de oorlogsjaren aan. Olmans grote bekendheid en zijn huwelijk (in 1938) met de Franse en katholieke Maria Lagroute bieden hem enige bescherming. Via Westerbork belandt hij in 1943 als ‘Verdienstjude’ in kamp Barneveld. Hier componeert Olman een aantal stukken. Als dat kamp wordt opgeheven is terugkeer naar Westerbork onvermijdelijk. Dankzij de geboorte van zijn zoon Pierre in december 1943 komt hij in maart 1944 vrij. Onder het nazi-regime verkeren gemengd gehuwden met kinderen in een veel gunstiger positie dan die zonder kinderen. Zijn zoon en diens gezin uit zijn eerste huwelijk overleeft de Jodenvervolging niet, zijn dochter en haar gezin komen de onderduik door.
De eerste na-oorlogse jaren zijn financieel gezien moeizaam. Wel viert Olman in 1949 zijn 50-jarig jubileum, opnieuw in het Concertgebouw. Hij blijft componeren, maar krijgt na de oorlog niet meer de status die hij daarvoor had. Zoals hij aan een vriend schrijft: ‘de moderne tijd eist moderne componisten. Ik heb mij wel aangepast, maar waarschijnlijk niet genoeg.’
Op 8 mei 1968 overlijdt Olman in Den Haag.
Israël Olman laat een omvangrijk oeuvre na, waarvan een groot aantal composities specifiek zijn geschreven voor gezelschappen die hij zelf dirigeerde. Leo Samama oppert dan ook dat Olman vooral een componerend dirigent is geweest; zijn muziek moest helder zijn en niet al te veel technische valkuilen bevatten. De keuze van zijn materiaal werd hem melodisch en harmonisch ingegeven door zijn praktijk als dirigent. Samama: ‘Met die afnemers in gedachten was Olman in al zijn bescheidenheid en met zijn grote vakbekwaamheid een belangrijk musicus.’
Diet Scholte
Bron: Israel J. Olman, componist en koordirigent - Pauline Micheels. Met een bijdrage van Leo Samama. Uitgeverij Bekking & Blitz, 2011
Selectie van werken
Een volledige werkenlijst van Israel Olman is te vinden op Forbidden Music Regained.