dick-kattenburg-l1.jpg
 
 

Dick Kattenburg

1919 - 1944

 

Een aantal werken van Dick Kattenburg zijn inmiddels uitgegeven door Donemus en verkrijgbaar in de webshop.

 
cd Kattenburg cover.jpg

In 2009 verscheen een cd met kamermuziek van Dick Kattenburg.

 
dick-kattenburg.jpg

Dick Kattenburg kwam in Amsterdam ter wereld, maar verhuisde op jonge leeftijd met zijn familie naar Naarden. Zijn vader was textielfabrikant en directeur van Hollandia-Kattenburg, een voor Amsterdammers bekend gebouw aan de overkant van het IJ. Dick en zijn broer Tom kregen vanaf jonge leeftijd een gedegen muzikale opleiding. Tom werd concertpianist, Dick studeerde muziektheorie en viool in Antwerpen en volgde in Den Haag dezelfde vakken. Hij had les van o.a. Willem Pijper. Kort na zijn staatsexamen, in 1941, werd Kattenburg wegens zijn joodse afkomst gedwongen onder te duiken. Hij kon terecht bij een vriendin in Utrecht, Ytia Walburg Schmidt. Deze schuilplaats werd echter verraden, en in de jaren die volgden zwierf Kattenburg langs een aantal andere adressen. Volgens een naoorlogs bericht van het Rode Kruis was Uiterwaardenstraat 387 in Amsterdam daarvan het laatste. Kattenburg gebruikte de schuilnamen "Van Assendelft van Wijck" en "K. van Drunen". Op 5 mei 1944 werd Kattenburg opgepakt, waarschijnlijk tijdens een razzia in een bioscoop. In Westerbork zag hij nog kans een briefje naar zijn oom en tante in Amsterdam te sturen. Kort daarna, op 19 mei 1944, werd hij naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij tussen 22 mei en 30 september werd vermoord, amper vijfentwintig jaar oud.

Gedurende zijn korte leven schreef Kattenburg een dertigtal composities voor diverse bezettingen. Een groot deel daarvan kwam tijdens de oorlog tot stand. In deze benarde jaren stond hij in contact met Leo Smit en stuurde hij deze oudere collega een brief met muziektechnische vragen; Smits reactie is bewaard gebleven. Opvallend is dat Kattenburg, die liberaal was opgevoed, zich in de oorlog steeds sterker bewust lijkt te zijn geworden van zijn joodse achtergrond. Zo schreef hij een serie Palestijnse liederen (1940-45), die zionistisch van karakter zijn en het Beloofde Land bezingen; Het oude Joodse land werd in die tijd immers nog Palestina genoemd. "Voorwaarts arbeiders, naar het beloofde land", zo roept de montere mars in Kadima Hapoel op. Kattenburg gaf deze bundel liederen overigens het opschrift "Roemeense liederen" mee; het omslag van de Hebreeuwse melodie zegt: "Roemeense melodie". In beide gevallen gaat het om "vermommende" titels, bedoeld om de manuscripten tijdens de onderduik onverdacht te houden en zo veilig te stellen.

In met name de instrumentale composities van Kattenburg is de invloed van de eigentijdse Franse muziek hoorbaar. Vaker is zijn stijl echter ronduit romantisch. De Blues (1940) voor piano quatremains, geschreven voor de vijftigste verjaardag van zijn moeder, heeft een jazzy feel. Opvallend is ook de Tapdance (1936), voor piano quatre-mains en tapdanser of slagwerk.

De muziek van Kattenburg werd tijdens zijn leven nauwelijks uitgevoerd. Eén van de uitzonderingen is de Sonate (1937) voor fluit en piano. Kattenburg schreef dit werk voor een bevriende fluitiste, Ima van Esso. Net als Kattenburg kwam zij in de oorlog in Auschwitz terecht, maar zij overleefde het kamp. Ze bewaarde Kattenburgs manuscript en stuurde het in 2000 als verjaardagscadeau toe aan fluitiste Eleonore Pameijer. Getroffen door de zeggingskracht van het werk, en door het verhaal er achter, voerde deze het in de jaren die volgden regelmatig uit. In 2004 bleek dat deze compositie niet de enige was die bewaard was gebleven. Een dochter van Dick Kattenburgs zuster Daisy, Joyce Bergman-van Hessen, besloot de nalatenschap van haar moeder door te nemen. Dit naar aanleiding van een aankondiging van een concert van Eleonore Pameijer en pianist Marcel Worms, die de sonate zouden vertolken. Ze dacht dat ze misschien met het doorzoeken van de dozen op zolder iets meer over haar oom te weten zou kunnen komen. De vondst die ze deed was spectaculair: een stapel manuscripten met een schat aan muziek van Dick Kattenburg. De Sonate voor fluit en piano bleek geen uitzondering: ook de andere composities zijn van hoge kwaliteit.

Wim de Vries / Jochem van der Heide

Bron: voor dit artikel is gebruik gemaakt van het onderzoek dat Wim de Vries en Ger Poppelaars deden voor de 4-delige radioserie 'We waren met meer', uitgezonden in 2005.

 
 
 

Selectie van werken

Tapdance 1936 piano quatre-mains en tapdanser/slagwerk
Sonate 1937 fluit en piano
Blues 1940 piano quatre-mains
Roemeense melodie 1941 viool, cello en piano
Palestijnse liederen 1940-45 sopraan en piano

 

Een complete werkenlijst van Dick Kattenburg is te vinden op Forbidden Music Regained.